Wil de wereld even meewerken?

Ik nam me voor te proberen niet in de val der clichés te trappen. Eerlijk te zijn, te delen wat goed gaat. Eerlijk te vertellen over wat moeilijker gaat. Niet alleen te jubelen, maar ook zorgen te delen.

Maar dan wordt mijn oudste dochter 12… een kantelpunt, zo voelt het toch een beetje. En dan is het heel erg moeilijk om dat alles te verwoorden zonder te hervallen in clichés. Ik wou een poging ondernemen, maar misschien drukken die stereotypen wel gewoon het beste uit wat ik ervaar.

Sinds een maand elke dag met de fiets naar het middelbaar, lessen leren, taken maken. Andere interesses, andere mensen, nieuwe vrienden en vriendinnen. Zo nu en dan een ‘ en die jongen is echt suuuuuperknap, papa!’ Dat ze het moeilijk heeft af en toe en, nog leuker, niet eens weet waarom, maakt het vaderlijke leven alleen maar euh… boeiender. Ja zo ga ik het noemen.

Die verandering van een klein meisje naar een groot meisje naar, hopelijk niet te snel, een jonge dame, ik vrees de die onherroepelijk is ingezet. En dat vervult me met verschillende gevoelens. Trots, dat zeker. Ze is een topper en ik ben er zeker van dat dat zo zal blijven. Ook een beetje angst. Ik vind het anders, een dochter loslaten ipv een zoon. Dat ligt aan mij, dat weet ik wel. Maar het gevoel is er wel. Snelheid, nog een cliché dat echt wel waar is. Ik weet nog dat ze mini was, klein, afhankelijk. Nu zoekt ze steeds meer zelf haar weg, stapt op een pony en meldt me dan trots dat ze meer dan een meter hoog sprong… ik verwijs hier graag even terug naar dat gevoel van angst. Bij mij, niet bij haar.

Ach, we doen voort. Proberen er een zo mooi mogelijke versie van een mens van te maken. Met een warm hart, stevige voeten en een open hoofd. Als de wereld nu even wil meewerken, dat maakt het voor iedereen toch wat aangenamer.

Dekselse donderdagen…

Intussen is het vijf jaar geleden. Vijf jaar geleden zetten we een punt achter ons huwelijk. Vijf jaar geleden haalden we ons leven en dat van de kinderen grondig overhoop. Een beslissing die, nu terugkijkend, juist en onvermijdelijk was. Een beslissing die rust en ruimte bracht. Vanaf dag 1 was gedeeld ouderschap, in een week-week systeem de weg die we kozen. Ook daar ben ik nog steeds erg blij om. Alleen die dekselse donderdagen…

Ook nu nog is steeds de donderdag een moeilijke dag. Een dag die ik maar niet ‘onder controle’ krijg. De wissel is steeds op vrijdag, na school. De donderdag voor ze terug naar hier komen, ben ik altijd erg onrustig. Zie ik op tegen de laatste 24u zonder hen, zou ik de tijd willen doorspoelen om eindelijk weer de vier hier te hebben. Hun gepraat, gelach, geruzie, rommel, schoolwerk, hobby’s en bijbehorend rondrijden… Het kan niet snel genoeg vrijdag worden.

De andere week, nadat ze een week hier waren en ik weer een week lang geprobeerd heb een zo goed mogelijke vader te zijn, is ook een moeilijke dag. Vooral de avond dan. Ik ben moe. Er is overal rommel, overal liggen spullen, iets waar ik altijd goed tegen kan. Maar als ik weet dat ze weer weggaan, verdraag ik het minder. Ik wil niet de hele week kijken op hun spullen en aldus geconfronteerd worden met hun afwezigheid. En ik wil het ook niet allemaal zelf moeten opruimen. Alles wat weer mee moet naar hun andere thuis, moet bij elkaar gezet worden. En we doen allemaal heel erg ons best om dat te beperken. Maar voor vier kinderen, je hebt snel heel wat spullen nodig. En hoe meer er mee verhuist, hoe meer kans dat er iets vergeten wordt.

Die combinatie vermoeidheid en nood aan opruimen en verzamelen, zorgt steevast voor spanning. Giet daarover een saus van schuldgevoel ( maak het maar gezellig, straks zijn ze weer een week weg…) en u begrijpt hopelijk waarom ik voor deze titel koos.

Ik geef graag mee dat ik u ook zou kunnen vertellen over de vrolijke vermoeide vrijdag. Ik ontken niet dat ik én doodop ben op vrijdag én ook een beetje vrolijk word van de rust en stilte in huis en van de zee aan tijd die ik nu helemaal zelf mag invullen. Nu ja, tot de volgende donderdag toch…

Zoeken naar het echte leven

School is weer bezig, twee weken arbeidsvreugde hebben we achter de rug. Nu ja, vooral de kinderen dan. Ik blijf, in overleg met dokter en coach, nog even thuis om gericht te kunnen werken aan en  naar de nieuwe toekomst. Hierover later misschien meer. Maar mocht u denken, die man zou best… worden of dit of dat beroep uitoefenen, voel u vrij uw suggesties te delen. Ik ben benieuwd!

Waar ik het nu vooral over wil hebben, is het terugvinden van het ritme van het echte leven. Het is het eerste schoolweekend dat we dit schooljaar samen doorbrengen. Tot voor kort, was het nog vakantie, mocht alles, veel toch, en moest er weinig. En nu plots moet er georganiseerd worden.

De hobby’s zijn er weer. Huistaken en lessen staan te blinken in schoolagenda’s. M vertrekt maandag voor drie dagen op zeeklassen ( blij voor haar, iets minder voor mij) en is dus een beetje, hoe ga ik het zeggen, actiever dan anders. Kortom, het is weer even zoeken.

Voorlopig zijn N en L nog erg gemotiveerd om van hun schooljaar op de middelbare school een succes te maken. Die doken dus achter hun bureau en deden alvast wat er door hun agenda van hen verwacht werd. Althans, daar ga ik maar van uit. B en M daarentegen hadden iets meer duwtjes nodig om een activiteit te vinden. M dook de tuin in en besloot de hond F te gaan trainen. Het werd een test van koppigheid. De ene wou naar links, de andere rechtdoor. En als u weet dat M 8 jaar is en F een Duitse Herder van 1.5 jaar, is de uitkomst van de test misschien wel te voorspellen.

Met B dook ik de keuken in. Hij wou samen koken. Groot voordeel is dat het eten voor vanavond en morgen al zo goed als klaar is. De boontjes en de patatjes staan klaar voor vanavond, enkel nog t vlees en de saus te gaan. Morgen na de Chiro ( N en L) en de scouts ( B en M), moet ik enkel nog spaghetti koken en de vegetarische saus opwarmen. En tussendoor flansten we nog een “ wat ligt er hier allemaal nog in de frigo” soep in elkaar.

Ik durf alvast zeggen dat het een best geslaagde zoektocht was. Deze voormiddag toch. Benieuwd wat de rest van de dag en het weekend brengen zal. Staat voorlopig vast: paardrijden L, voetbal N, Chiro en scouts, bezoek aan kringloopwinkel,… En dan zeggen ze dat het weekend dient om uit te rusten!

Zorgt zelf voor uzelf

Hetgeen ik u hier ga verkondigen, heeft geen rechtstreeks verband met de kinderen, maar toch ook weer wel. Ik probeer een erg aanwezige vader te zijn, er echt zoveel mogelijk echt te zijn voor hen. Al helemaal de week dat ze hier zijn. In de andere week, hoop ik dat ze weten ik bereikbaar én beschikbaar ben, maar laat ik hen ook met volle vertrouwen bij hun moeder zijn. En, zo kom ik tot het onderwerp, voor mezelf te zorgen. Om dan weer beter te kunnen en mogen zorgen voor hen. Hoewel, beter… het moet niet altijd beter. Om dan weer goed te kunnen en mogen zorgen voor hen. Dat is juister.

Zelfzorg. Het is zo een van die woorden en concepten die tegenwoordig nogal vlot rondgaan. Om de een of andere reden lijkt de nood en behoefte aan het zorgen voor zichzelf tegenwoordig erg in. Over het waarom hebben zeker al anderen met meer kennis van zaken heel wat boeiende dingen gezegd en geschreven. Die weg ga ik hier dus niet in. Ook ik ben fan, al heb ik het moeten leren inzien, aanvaarden en, dat was misschien nog het moeilijkste, zonder schuldgevoel toepassen.

Wat is dat nu, zelfzorg? In mijn ogen zijn we, als mens, een soort herlaadbare batterij. Het leven, het zorgen voor anderen, werken, sporten, al onze activiteiten vragen energie. De ene natuurlijk meer dan de anderen. Energie die we uit ons lichaam halen om al die dingen die we ‘moeten’ doen ook te kunnen doen. Die ‘   ‘ staan heel bewust bij het woord moeten. Want als we eens heel eerlijk kijken naar ons leven, hoeveel ‘moeten’ we dan echt? En van wie ‘moet’ dat? Denk maar aan een kind of puber (waarom moet dat?), zij stellen die vraag veel vaker dan wij. En hoe vaak kan u er een echt onderbouwd antwoord op geven…

Zelfzorg is dus die batterij weer opladen. Zorgen dat er op zijn minst een evenwicht ontstaat in het geven van energie en het bijvullen van het energiepeil. Want een lege batterij, dat willen we vermijden. Ik weet wel dat uit een aantal van de hierboven vermelde bezigheden ook energie gehaald kan worden. Heerlijk als je meer energie haalt uit je werk dan dat je erin steekt, om maar een voorbeeld te geven. Maar zo nu en dan, iets doen, enkel voor jezelf. Ik kan het alleen maar heel sterk aanbevelen.

Hoe ik aan zelfzorg doe? Ik geef graag enkele voorbeelden, voor mij werken ze. Ik hoop dat u, zeer gewaardeerde lezer, er iets aan heeft. Ik sta bijvoorbeeld niet zo graag om half vier aan de schoolpoort. Omdat ik nu enkele maanden thuis ben, had ik vaak de kans de kinderen op te pikken aan school. Maar het is er steeds een chaos van auto’s, te weinig parkeerplaatsen, veel gepraat over leerkrachten en school, kortom… niet helemaal waar ik graag mijn tijd sta te verdoen. Oplossing: de fiets of de opvang. Wanneer we kunnen, gaan we met de fiets. Aan de fietspoort staat minder volk en hoef ik geen parkeerplaats te zoeken. Ik kom aan om half vier en een paar minuten later zijn we weg. Gaan we toch met de auto, dan laat ik hen een half uurtje naar de opvang gaan. Tegen dat ik hen oppik, is alle chaos weg aan de poort en kan ik hen makkelijk oppikken. En dat half uurtje koek en fruit eten, spelen en babbelen, dat overleven ze heus wel.

Ander voorbeeld. Siësta. Ik ben een groot fan van mijn middagrustje. Afspraak hier in huis is dan ook heel simpel. Als papa even ‘gaat nadenken over het leven’, laten we hem gerust. Alleen als het huis in brand staat of er zijn drie beenbreuken, mag ik gestoord worden. Even ‘ademen’ in een meestal erg drukke dag. Het doet me erg veel deugd. Nog? Ik was dit weekend in de Ardennen. Ik alleen. Nu ja, met F de hond. 80km stappen in de bossen, geen mensen, geen huizen, alleen bomen lucht en water. Heerlijk. Op de stramme spieren na dan…

Nog eentje, om het af te leren? Hobby’s en naschoolse activiteiten. Heel leuk, leerzaam en nog veel meer positief. Met vier kinderen is dat vaak een moeilijke puzzel om iedereen te laten doen wat hij/zij wil. Komt daar nog een vader bij die zegt: ik ga niet elke dag van de week rijden. Ik wil minstens een dag per week gewoon met zijn allen thuis kunnen zijn. Het maakt de puzzel niet eenvoudiger, maar het leven wordt wel rustiger.

En in die momenten van rust, schuilt voor mij de zelfzorg. Dan kan ik me daarna weer ten volle op de kinderen, het huis, de wereld storten.

 

 

 

 

 

 

Mag ik eens iets vragen…?

Vrees niet, ik ga geen beschrijving geven van de ochtend van de eerste schooldag, de buikpijn van L, die aan het middelbaar. Of hoe B en M uitkeken naar de nieuwe klas van de lagere school. Evenmin hoe N probeerde te verbergen dat hij stiekem wel zin had in school terug ( voor de vrienden hé papa…)

Ik wil wel, als ouder en als man met toch een beetje ervaring in het onderwijs, het volgende even met jullie delen.

Ieder van ons wenst het beste voor zijn of haar kind, elke leerkracht wil goed doen voor elk kind. We willen graag zien dat ze allemaal zo ver mogelijk kunnen springen in het leven. Opvoeden en onderwijzen, het zijn twee heel erg belangrijke activiteiten, op een bepaalde manier bepalen we zo mee de toekomst. Maar mag ik jullie toch vragen ( en mezelf ook, ook ik pleit schuldig) het niet altijd te serieus te zien?

Niet elk kind heeft zin in, behoefte aan en talent voor droge leerstof. Sommige kinderen zijn veel meer technisch gericht, hebben geen zin in stilzitten en schrijven, willen doen. Geweldig vind ik dat, maar laat ons hen dan ook zeker de ruimte daarvoor geven. Ik denk hierbij vooral aan de lagere school, waar er veel minder keuzemogelijkheden zijn.

Laat ons ook niet vergeten dat het kinderen zijn. Dat ze fouten maken, sommige fouten zelfs meerdere keren. Is dat echter niet de beste manier om iets te leren? Is dat niet wat opgroeien en opvoeden net is? Een oproep dan ook om aan de kinderen te tonen dat ook wij (de volwassenen waar kinderen vaak van denken dat ze alles weten…) fouten maken en deze gewoon toegeven? Dat geeft hen volgens mij erg veel rust. Het is ok om fouten te maken, zolang we er maar iets van opsteken.

Laat ons ook niet vergeten dat het kinderen zijn, deel twee. Kinderen zijn nu eenmaal spelende wezentjes, laat ons ook daarvoor voldoende tijd en ruimte creëren. In de klas, thuis en bij alle hobby’s die we hen aanbieden. We verwachten soms zo veel van hen. Een hele dag stilzitten in de klas en opletten, muziekschool, sportclub,… Daarna huiswerk. Weer stilzitten en denken. Ik beken, ik kan het nog steeds niet, een hele dag alleen maar zitten en met mijn hoofd werken. Verras hen eens, doe hen plezier, schrap huiswerk, ga eens buiten, laat een les vallen en ga wandelen. Bel me maar, ik ga graag mee wandelen. Stop de les een kwartier vroeger en bied hen de kans huiswerk te maken in de klas. Meer nog, schrap het gewoon. Vandaag is het huiswerk buiten zijn.

Een warme oproep dus, ook zeker en vast aan mezelf, om de misschien wel belangrijkste taak ter wereld heel bewust te doen, maar ook en vooral niet te serieus. Vrije interpretatie van een reclameslogan: de wereld is zoveel mooier als je speelt…

Tradities zijn er en komen er.

Wie me persoonlijk volgt op het blauwe sociale netwerk, weet dat we hier de afgelopen dagen een aantal tradities, verse en al iets meer belegen, in stand hielden.

De eerste gaat al een tijdje mee in de familie. Steeds als een van bompa’s kleinkinderen de leeftijd van 10 jaar bereikt, schenkt hij hen een luchtballonvaart. Het begon nu bijna 7 jaar geleden met de intussen bijna 17-jarige kleindochter S. Sindsdien ging er wel bijna elk jaar een kleinkind de lucht in. Hier mochten N en L er al van genieten. Dit jaar was het de beurt aan B. 10 geworden in de maand mei, was het nu aan hem. We stegen op in Meeuwen en hingen een uur lang in de lucht, tot wel 1400 meter hoog. Ik geef gaarne toe dat ik dat hoog genoeg vond, meer nog, een beetje lager vond ik ook nog steeds ok. B was opvallend stil. Niet uit angst, wel omdat hij onder de indruk. Het stijgen, de wind, de geluiden en, hoger, de stilte. Zwaaien naar mensen daar ver beneden, reeën die uit de mais vluchtten, het quasi onbeperkte zicht op de wereld… Blij dat we er weer bij mochten zijn.

Een andere traditie, is de ochtendwandeling. Sinds een paar jaar probeer ik hen een keer per zomer, erg vroeg uit hun bedjes te krijgen om aan de Nete te gaan wandelen. In het ochtendgloren. Voorbije zondag stonden we om 6 uur op en begonnen we om half zeven aan een wandeling van ongeveer 9km. Opnieuw de rust en de stilte, zeker in het begin toen ze nog niet echt wakker waren. Maar al snel waren ze weer volledig in form en kwetterden en liepen en lachten ze voluit. Ook de hond genoot. Al hoorde ik ook een van hen zeggen ‘ wel jammer dat het niet echt donker meer is’… Het klonk in mijn oren als een uitdaging.

Daaruit ontsproot wat een nieuwe traditie mag worden. We stonden vanmorgen op om 5u. Geloof me, het was nog donker. In een rugzak wat bananen en koeken, schoenen en trui aan ( de eerste keer sinds lang…) en weg. Om half zes stonden we weer aan de Nete en volgden ze oostwaarts, naar de opkomende zon. Aanvankelijk nog met een lampje op ons hoofd maar al snel merkten we dat t lichter werd. We stopten vaak om te kijken. De ene boom leek wel een reus, de andere een clown, daar nog een vleermuis, hier al de eerste eenden, zelfs een vos kruiste even ons pad. Zo stapten we gedurende twee uur langs het water. Tot ineens de zon boven de bomen kwam. Zo mooi om op die manier aan de dag te beginnen. Mag ik u aanraden het ook eens te proberen? Beloon uzelf extra met een tas verse koffie en een xl ontbijt. Dat maakt het misschien nog net ietsje leuker.

Een ander iets dat we nog gaan doen? Slapen op vreemde plekken… zo brachten we, neen, ik moet eerlijk zijn. Zo brachten ze een nacht door op de trampoline. Luchtmatrassen uit de tent, kopkussen en slaapzak mee. Heerlijk om zien hoe spannend ze dat vonden. Ik zat er aanvankelijk naast nog wat te lezen. Dat had tot verrassend gevolg dat L in haar slaap een gesprek met me begon. Dat was eerder verrassend. Uiteindelijk sliepen ze allemaal beter dan ik verwachtte. Meer nog, pas tegen negen uur kwam B uit zijn bed. Misschien een aanrader voor ouders die, net als ik, kinderen hebben die altijd vroeg wakker zijn?

Kortom, de week bij papa is weer bijna voorbij. We deden geen uitstapjes maar ik durf toch denken dat ze weer heel wat nieuwe fijne herinneringen hebben.

Dat veilige gevoel…

Ik deel gaarne met u een tip om met een rustig en veilig gevoel de avond door te brengen. Het blijkt extra heilzaam te zijn bij spannende films. Ik stelde het een tijd geleden vast en het blijkt een praktijk te zijn die, in dit huis alvast, niet uitzonderlijk is.

Het viel me al een tijdje op dat de kinderen, die meestal gewoon (naar kindernormen toch…) in de zetel zitten, vaak na een tijdje hun voeten van de grond haalden en helemaal in de zetel kropen. Gezellig, dacht ik. Lekker knus en warm. Blijkt er toch een link te zijn met het boek dat ze lezen of de film die ze kijken.

Zo hoorde ik L recent nog zeggen (tijdens de film White Fang, een aanrader!): oeh, tis spannend, even mijn voeten optrekken…. U begrijpt dat ik licht verbaasd was door die uitspraak, temeer er al snel het antwoord van B kwam: ik zit al de hele tijd met mijn voeten in de zetel, veel te spannend…

Het helpt blijkbaar, voeten van de grond en als een klein bolletje in de zetel zitten. Dat maakt een film veel minder spannend of het boek minder akelig. U weet nu wat u te doen staat als u nog eens in een spannende situatie terecht komt. Gewoon, voeten van de grond en alles komt goed!

U mag me, of beter nog, hen, later bedanken.

Het voordeel van een grote zus, met grote kinderen.

Wie kinderen heeft die de +12 leeftijd bereiken, zal het misschien herkennen. Vroeger was alles wat er voorgesteld werd, goed. Bijna alles. Samen op stap, samen leuke dingen doen, samen thuis zijn. En dan plots, op een dag, een stille ochtend of na een donkere nacht, plots gaat hun wereld open.

Afspreken met vrienden of vriendinnen is veel leuker. De voornaamste rollen die vader nog heeft, zijn chauffeur ( papa, brengt ge me even naar…), bevestigend antwoorder ( is het goed als ik straks naar… ga) en als het even kan sponsor ( ik ga straks met… een ijsje eten papa…)

Ik probeer me nog wat te verzetten en vast te houden aan allemaal samen op stap gaan, maar vrijheid en ruimte geven is uiteraard ook een belangrijk onderdeel van opvoeden. Belangrijk, maar soms ook o zo moeilijk. Gelukkig is er dan een grote zus, met gelijkaardige zorgen, maar op een ander niveau.

Mijn oudste zoon, N, klaar om het derde middelbaar aan te vangen, wou graag naar het plaatselijke festival gaan. Hier in de gemeente, georganiseerd door de gemeentelijke jeugddienst. Met nog een goede affiche ook. Dus eerste optie die ik voorstelde toen hij vroeg of hij mocht gaan, want uiteraard mocht iedereen gaan, was dat ik mee zou gaan. Gezellig N, wij twee samen muziek luisteren. Blijkbaar hebben hij en ik een andere invulling van het begrip gezellig. Het werd niet op gejuich onthaald. Hij wou met een hele bende gaan, liefst tot half een, tot het gedaan was. Want iedereen mag tot half een gaan papa.

Voelt u de druk, de twijfel? Ik vroeg hem even bedenktijd. Ik wist dat ik hem de kans moest bieden om met zijn vrienden en vriendinnen te gaan. Om daar plezier te gaan maken en lachen en dansen ( denk ik toch). Maar hij is nog zo klein, nog zo jong, zeker in mijn hoofd. Bovendien zijn de verleidingen en verlokkingen daar groot… Kan hij daarmee om? Ik weet dat hij een clever kereltje is, met een gouden hart. Maar als er vrienden hem uitdagen of als de ‘ kijk eens hoe stoer ik ben ‘ kriebel toeslaat, vallen de puberende hersenen al eens stil. Hoe waren we zelf…?

Uiteindelijk voorstel: ga maar vriend, vanaf 19u met de hele bende. Maar ook al mag iedereen (zou dat echt zo zijn) tot half een, jij bent om elf thuis. Geen drank, geen drugs en geen dolle vrouwen. Het sobere leven van je vader, met andere woorden. Hoewel hij nog even probeerde langer te mogen blijven, zag hij al snel dat het dat zou worden. Of niets. Hij helemaal blij vertrokken, ik met een eerder klein hartje in de tuin. Wachten, telefoon bij de hand ( er zal wel niets gebeuren?), klein buikpijntje. Om 22:50 ( tien minuten te vroeg!!!) kwam hij bloednuchter maar o zo blij thuis. Hij had een superavond, vertelde honderduit en zei trots dat hij niets dronk terwijl anderen dat wel deden. Van trots blinkende papa! Ik liet t niet na hem dat ook duidelijk te melden. Een stap werd gezet, geen idee of ik klaar ben voor een volgende, maar deze overleefden we alvast.

Fast forward naar gisteren. Mijn oudste zus was jarig en we spendeerden met ons allen een heerlijke dag aan zee. Wij allen behalve haar oudste dochter. Want die zit voor t eerst op Pukkelpop (ook ooit een plaatselijk festivalletje), voor vier dagen. Stiekem dacht ik, blij dat ik maar vier uurtjes zenuwen moest hebben. Ik ben nog niet klaar voor vier dagen onrust in lijf en leden…

Want, laat ons eerlijk zijn, we doen allemaal onze best om van onze kinderen verstandige en fijne mensen te maken, maar hoe groter ze worden, hoe groter en sterker ook andere invloeden worden. Invloeden waar we, als ouder, maar weinig invloed op hebben…

Of hoe een vader soms zijn eigen (kelder)ruiten ingooit…

Stap 1: de felle wind van de voorbije dagen blies een roostertje weg voor het keldergat. Gevolg: er waaide een hele hoop blaadjes en takjes en ander buitenspul de kelder in.

Stap 2: M krijgt de opdracht iets te gaan halen in de kelder, opent de kelderdeur en ziet dat allemaal liggen. Verbaasd kijkt ze naar mij en vraagt wat dat allemaal is…

Stap 3: mijn slecht karakter wordt wakker en verzint het volgende antwoord.

 

Ah! Dat is waarschijnlijk van Frederik. De spin Frederik. Die woont in onze kelder en zal stilaan aan zijn nest begonnen zijn. En aangezien Frederik een heel grote spin is, met poten van bijna een meter, heeft Frederik veel nestmateriaal nodig. Hij begint er wel vroeg aan…

                M zet alvast een stap achteruit…

Geen zorgen, Frederik is erg lief. Hij wil graag vriendjes zijn met jullie. Denk er alleen aan, als je vanaf nu de kelder ingaat, steeds deze stappen volgen:

  1. Eerst het licht aan, dan pas de deur openen. Anders schrikt hij en wordt hij boos
  2. Bovenaan de trap, zeg je: Frederik Frederik, hier kom ik. Heb geen schrik, ik heb geen hik. (Frederik kan niet goed tegen hikkende kinderen)
  3. Trap nooit op de derde trede, van bovenaan te beginnen tellen. Daar legt Frederik graag een pootje…
  4. Neem wat je nodig hebt en stap, achterwaarts de trap op (denk aan de derde trede!). Sluit de deur en doe het licht uit.

Dat is alles.

 

Stap 4: als ik nu iets nodig heb uit de kelder, kan ik het zelf gaan halen…

Al goed dat ik nog niet begon over het vriendinnetje van Frederik, de spin Sofie die in de garage achter de diepvries woont…

Van hot naar her, maar nu even niet…

Ik dank u. k kreeg heel veel leuke reacties op mijn vorige bericht. Tips en complimenten. Tips zal ik delen op de Facebookpagina van vadervanvier, complimenten koester ik in mijn hoofd en hart. Het was niet de intentie achter het schrijven van de tekst, maar ik ga ook niet ontkennen dat het deugd deed. Net als iedere ouder ( denk ik toch), twijfel ik wel eens aan wat ik deed en aan hoe ik wat komt, zal aanpakken. En dan doen complimenten deugd. Dus ook u, beste lezer, u doet het fantastisch!

Goed, tot daar het terugkijken op de vorige post. Tijd om nieuwe dingen met jullie te delen. Een verslagje van uitstappen die we deden de afgelopen dagen. Klassiekers gecombineerd met, voor ons, nieuwigheden. Ik hou het, zoals steeds toch de bedoeling is, beknopt.

De eerste dag brachten we door in Mechelen. Eerste halte, Technopolis. Dank aan de lerarenkaart voor de korting. Een klassieker, ik vermoed dat jullie die ook wel kennen. Maar steeds een succes. Vooral ook omdat er nu weer nieuwe activiteiten waren. Zo kon ik virtueel 3D parapente vliegen in de bergen. Een bijzondere ervaring. Ik geef graag mee dat ik nergens tegenvloog. Na een paar uur experimenteren en slijmwormen maken ( zucht…), reden we naar het centrum. Broodje in de Kruidentuin en daarna te voet richting Hof van Busleyden. Wat een ontdekking! Een prachtig stadpaleis met een heel mooie expo over Mechelen in de 16e eeuw en nu. Niet te veel stukken, zodat het ook voor de kinderen overzichtelijk blijft, een tof zoekspel erbij en, fijn met dit weer, lekker koel binnen. Ik zou zeggen, zeker eens doen. En als u dan toch in Mechelen bent, loop er eens rond. Ik ben grote fan van die stad!

Dag twee. We doen zot en steken een landsgrens over. We gaan op visite bij de noorderburen. Museum Voorlinden is de bestemming. Een plek die al langer op mijn lijstje staat, waar ik al veel goeds over hoorde. Met andere woorden, de verwachtingen waren hooggespannen. Altijd gevaarlijk… maar niet deze keer. Wat een plek. Een prachtig park met mooie tuinen, zelfs in deze droogte. Een heel mooi gebouw, veel licht, hoog en open en toch geen hangargevoel… En vooral, vooral de collectie. Zoveel mooie dingen, groot en heel klein, kleurrijk en sober. Je kan er wandelen in een zwembad zonder nat te worden, kijken naar minuscule liften, bewust de lucht bestuderen,… Valt t op? Ik ben zeer onder de indruk. En om al die indrukken te verwerken, de auto in en naar het strand. Je kan ook aan het museum wandelen, richting zee. Maar in de hitte is een duinenwandeling niet echt mijn favoriet. 10 min auto, parkeerplaats zoeken in de buurt Wassenaar en even wandelen, weg van de massa. Daarna, rust. In de zee, op het strand. Spelen, slapen, zwemmen, schupjes testen,…

Gisteren was het dan tijd voor een, zoals dat heet, ‘trip down memory lane’. In het groene Limburg, diep verscholen in het bronsgroene eikenbos, ligt een magische plek die men de Wouterbron noemt. Een openluchtzwembad, gevuld met puur en alleen zuiver bronwater. Het bestaat al sinds ik een kind was ( we gaan daar geen jaartal op kleven, te confronterend…), ik bracht er toen heel wat uren door. Eerst met zussen en ouders, daarna als een heuse coolerd met vrienden. Tijd om er nog eens naartoe te gaan. Fijn meegenomen is ook dat de prijzen nog erg schappelijk zijn. En of het een succes was… gedurende bijna zes uren werd er gezwommen, gespeeld, gesprongen, gedoken. Ik moest al een ijsje beloven om hen uit het water te krijgen. En als je dan, bij het huiswaarts rijden, een slapende achterbank en copiloot hebt, dan weet je… het was een goeie dag!

Over hoe N dan diezelfde avond voor het eerst op stap ging, met vrienden naar een plaatselijk festival, zonder ondergetekende en wat dat deed met ondergetekende, vertel ik u gaarne een volgende keer.

Nu blijven we een paar dagen thuis. Ik kruip in de kelder, natte zakdoek op mijn hoofd. Wachtend op verkoeling.